De 5 grootste planningsfouten (en hoe je ze voorkomt)

De 5 grootste planningsfouten (en hoe je ze voorkomt)

Je hebt goede intenties. Je wil grip op je tijd. Eindelijk structuur. Eindelijk rust. Dus je gaat plannen. Agenda erbij, taken opschrijven, alles netjes indelen… En toch loopt je dag weer uit. Je doet minder dan je wilde. Je voelt je opgejaagd. En je vraagt je af: ligt dit nou aan mij? Nope. De kans is groot dat je één of meer van de vijf klassieke planningsfouten maakt. In deze blog leg ik je uit wat die fouten zijn, waarom ze je tegenhouden én hoe je ze voorkomt.

Fout 1. Je wilt te veel en probeert dat allemaal in je dag te proppen

Je begint je dag met een flinke dosis ambitie. Vandaag gaat het gebeuren. Vandaag werk je je hele to-dolijst af.
Maar rond lunchtijd voel je het al: de helft is nog niet eens aangeraakt.
Aan het eind van de dag kijk je naar alles wat is blijven liggen en voel je je rot. Niet omdat je niks gedaan hebt, maar omdat je te veel wilde doen.

Dit is misschien wel de meest fundamentele planningsfout: denken dat het allemaal moet en dus proberen het allemaal te doen.
Zonder te kijken hoeveel tijd je eigenlijk hebt. Zonder jezelf af te vragen wat echt prioriteit heeft.

We zijn gewend te denken in lijstjes. In ‘wat er nog moet gebeuren’. Maar we vergeten de realiteit: een dag heeft grenzen. Tijd is eindig.
En als je alles op je lijst behandelt alsof het even belangrijk is, raak je vanzelf de grip kwijt.

Wat helpt, is een andere invalshoek. Begin niet bij de taken, maar bij de tijd.
Kijk hoeveel ruimte je eigenlijk hebt vandaag – en pas dáárbinnen bepaal je wat je gaat doen.

In mijn eigen planner zie je dat letterlijk gebeuren: je vult niet alleen taken in, maar ook hoeveel tijd ze kosten. En pas dan zie je of het wel past.
Dat is het moment waarop je eerlijk moet zijn.
Wil je echt drie uur besteden aan e-mails beantwoorden? Of is dat iets waar je je gewoon snel toe laat verleiden?

Plannen gaat niet over alles willen doen.
Het gaat over kiezen wat ertoe doet. En dat begint met durven schrappen.

Fout 2. Je maakt onrealistische tijdsinschattingen

“Dit klusje is zo gepiept.”
Spoiler: meestal niet.

We zijn er ontzettend goed in om te onderschatten hoeveel tijd iets kost.
Je denkt: dat ene voorstel schrijf ik wel even in een uurtje. Maar je vergeet dat je ook nog research moet doen, je aandacht af en toe wegglipt, je tussendoor een telefoontje krijgt… En ineens ben je twee uur verder.

Wat er dan gebeurt?
Je planning loopt uit. Alles schuift op. En jij voelt je gefrustreerd omdat je ‘weer achterloopt’.

Maar dit is geen persoonlijk falen. Het is een kwestie van ervaring.
Plannen is deels voorspellen. En dat leer je alleen door het te doen.

Wat helpt, is reflectie. Kijk aan het eind van de dag eens terug:
– Hoe lang heb je ergens echt aan gewerkt?
– Wat duurde langer dan gedacht?
– Waar verslikte je je in tijd?

Hoe vaker je dat doet, hoe beter je inschattingen worden. En hoe realistischer je dagen worden.

En hé, je mag best ruim plannen. Niemand zegt dat alles in 30 minuten moet.
Soms is een taak niet moeilijk, maar gewoon intens. En daar mag je jezelf tijd voor geven.

De Essentialiving Life Planner

Fout 3. Je plant geen lucht in

Je dag is strak. Van uur tot uur gevuld. Alles efficiënt ingedeeld.
Op papier ziet het er prachtig uit. Maar in de praktijk?

Je loopt uit omdat je meeting langer duurde.
Je zit na een intensief gesprek met je hoofd vol en kunt niet meteen schakelen.
Of iemand belt onverwachts en je hebt geen ruimte om dat op te vangen.

Gevolg: stress. Want alles zit tegen. Terwijl het eigenlijk heel logisch is wat er gebeurt.
Je bent geen machine. Je hebt tijd nodig om te schakelen, te ademen, te verwerken.

De fout is niet dat er iets tussenkomt. De fout is dat je daar geen rekening mee houdt.

Plannen zonder lucht is vragen om frustratie.
Je hebt buffer nodig. Tijd om even niets te doen. Om te bewegen tussen taken. Om te denken.
En ja, zelfs tijd waarin je even van het pad mag afwijken zonder dat je hele dag in elkaar klapt.

Wat ik altijd aanraad: plan bewust witruimte. Zet er letterlijk niets. Laat het open.
Zie het als de marge die jouw planning lucht geeft.
Zodat je niet alleen rust ervaart aan het eind van de dag, maar ook ín de dag.

Fout 4. Alles wat oppopt, daar ga je in mee

Je hebt een planning. Een duidelijke structuur. En dan…
– Een collega stelt een vraag.
– Je kind roept iets.
– Je krijgt een ingeving.
– Er komt een mail binnen.

En hup: je wijkt af. Je laat je meevoeren.
Niet omdat het dringend is, maar omdat het er ineens is.

Wat je dan doet, is je laten leiden door prikkels.
Je bent continu aan het reageren, terwijl je juist gepland had om proactief te zijn.

En dat voelt als falen. Want je had toch structuur? Je had toch doelen?

Dit is de uitdaging van plannen: je eraan houden.
Niet rigide. Niet strak. Maar bewust.

Je hoeft niet elk idee, elk appje, elke vraag meteen op te pakken.
Je mag kiezen: hoort dit nu in mijn dag, of later?
Past dit in mijn planning, of moet het wachten?

Wat helpt, is een systeem waarin je die dingen kunt parkeren.
Een notitieveld. Een apart lijstje. Een plek waar je hersenspinsels kwijt kunt zonder ze meteen te volgen.

Zodat jij in regie blijft.
Niet je inbox. Niet je omgeving. Jij.

Fout 5. Je denkt dat je je planning tot op de letter moet volgen

En dan de laatste valkuil: denken dat je planning heilig is.
Dat je exact moet doen wat je hebt opgeschreven, op de tijd die je had bedacht.
En dat als dat niet lukt, je het ‘fout’ doet.

Laat me helder zijn: plannen is geen contract. Het is een hulpmiddel.

Het is bedoeld om je overzicht te geven, richting, keuzes.
Niet om je op te sluiten in een schema dat je nooit helemaal kunt voorspellen.

Het leven is grillig. Je hebt goede dagen en trage dagen. Je energie verschilt. Dingen lopen anders.
En dat mag allemaal.

Het is geen probleem als je om 10:00 uur iets anders doet dan gepland.
Of als je een taak doorschuift naar morgen.
Of als je aan het eind van de dag niet álles hebt afgevinkt.

Wat telt, is dat je bewuste keuzes maakt.
Dat je weet wat je aan het doen bent – en waarom.

In mijn planner is dat ook hoe ik hem heb opgebouwd: met ruimte voor reflectie, voor overzicht, voor beweging.
Zodat je elke dag opnieuw kunt kijken: wat werkte? Wat schuif ik door? Wat laat ik los?

Dat is pas echt grip.

Tot slot: je bent niet slecht in plannen

Als je jezelf herkent in deze fouten: adem in.
Je bent niet chaotisch, ongemotiveerd of slap.
Je probeert alleen iets te doen met een systeem dat niet werkt voor jou.

Want plannen is geen trucje. Geen disciplinekwestie.
Het is een vaardigheid. En die kun je leren.

Op een manier die past bij hoe jij denkt, leeft, werkt.
Met lucht. Met ruimte. Met keuzes.

Wil je hier serieus mee aan de slag?

Dat is precies wat je leert in mijn Cursus Plannen: geen rigide time management, maar een praktische methode die wél werkt.

In vijf stappen leer je hoe je:
– stopt met jezelf overschatten én onderschatten
– een planning maakt die beweegt met jouw dag
– structuur aanbrengt zonder jezelf vast te zetten

Zodat je niet langer van dag naar dag hobbelt maar regie krijgt.
En bovenal: rust.

Bekijk de cursus hier



We gebruiken cookies om je ervaring te verbeteren en onze website goed te laten werken. Je kunt zelf bepalen of je ze accepteert.